Wat is het belang van voorlezen in combinatie met spel voor de kinderen? En wat is het nut van boeken lezen in andere talen? En waarom is het belangrijk de ouders erbij te betrekken? Arjette van Dulmen van Leeswerk gaf in juni (samen met Simone van der Meulen van Zogemaakt) twee creatieve workshops met lezen, spel en een creatieve activiteit aan kleuters van de Toonladder.
Tijdens de eerste workshop op 12 juni lazen ze samen het prentenboek ‘Waar is Ludwig?’ en gingen de kinderen een huis voor kat Ludwig of een eigen huisdier tekenen en schilderen. Tijdens de tweede workshop op 19 juni stond het prentenboek ‘Waar is de draak?’ centraal. Na het voorlezen deden beide workshopleiders een schaduwspel en maakten de kinderen hun eigen draak voor het schaduwspel (zie foto’s).
Hoe hebben jullie het geven van beide workshops ervaren?
“We kijken er met heel veel plezier op terug. Echt waardevol om te zien wat de combinatie lezen en maken (en aandacht!) met kinderen doet. De kinderen waren erg enthousiast: Na het voorlezen van ‘Waar is de draak?’ wilden ze zelfs een extra draakje maken toen ze klaar waren met hun eerste. Dat ze zo betrokken zijn komt – zo denken wij – door de combinatie en afwisseling van verhaal, spel en creatief bezig zijn.”
Waarom is voorlezen en lezen zo belangrijk voor kinderen?
“(Voor)lezen heeft een positief effect op héél veel zaken. Denk aan taalontwikkeling (woordenschat, maar ook literaire competenties), cognitieve ontwikkeling (kennis van de wereld), empathisch vermogen (leren begrijpen van je eigen gevoelens en die van anderen), trainen van het geheugen, van kritisch denken en van concentratie.”
En is de combinatie met spel belangrijk?
“Doordat het gecombineerd wordt met spel en een creatieve activiteit wordt het verhaal meteen in een bredere context geplaatst. Daardoor neemt het verhaalbegrip zelf toe en kunnen toekomstige ervaringen weer gekoppeld worden aan het verhaal en de activiteiten. Het is wel aan te bevelen om het verhaal ná het spel en/of ná de creatieve activiteit nogmaals voor te lezen, omdat het gecreëerde kader weer zorgt voor een groter verhaalbegrip.
Overigens zijn plezier, een moment van rust vinden en het samen genieten van een verhaal óók heel belangrijk. Voorlezen kan zó verbindend werken. Voor een klas, maar het kan ook echt een quality time-moment zijn tussen ouder en kind.”
En dan het liefst ook nog boeken in andere talen: waarom?
“Het is belangrijk dat kinderen hun woordenschat ontwikkelen. Lang werd gedacht dat dat in de taal van school (Nederlands) moest. Maar de ontwikkeling van woordenschat in je moeder-/thuistaal heeft een positief effect op de taalontwikkeling in z’n algemeenheid. Je kunt bijvoorbeeld pas leren wat het woord ‘vriendschap’ betekent als je je er iets bij kunt voorstellen, als het ‘netwerk’ rondom dat woord zoveel mogelijk haakjes heeft. Het maakt niet uit in welke taal dat is. Wij hebben zelf overigens niet in een andere taal voorgelezen, maar we hebben dit wel meegenomen in de voorlichting aan ouders.”
Over die voorlichtingsbijeenkomst voor ouders: waarom hebben jullie daarvoor gekozen?
“Ouders hebben veel meer invloed op de taal- en leesontwikkeling dan ze vaak denken. Bij lezen en taal denk je aan schoolvakken, maar taal is overal en leesplezier is iets wat ook buiten de schoolmuren verder gestimuleerd kan worden.
Ouders hebben invloed op het leesaanbod (boeken, verhalen, teksten) en op de activiteiten die met taal en lezen te maken hebben (praten, voorlezen, leesspelletjes, zelf lezen). En heel belangrijk: ouders zijn zelf leesvoorbeelden. Zij kunnen laten zien dat het fijn is om te lezen. Maar de weg naar de bibliotheek is bijvoorbeeld niet bij iedereen bekend, het belang van voorlezen wordt onderschat en het belang van zelf lezen (en rolmodel zijn) ook. Daar valt nog héél veel te winnen.”
Had je het idee dat je de ouders echt nieuwe dingen vertelde?
“Ja, bijvoorbeeld dat voorlezen niet in het Nederlands hoeft. Dat de bibliotheek gratis is voor kinderen tot 18 jaar en dat je met een abonnement méér kunt dan alleen boeken lenen (bijvoorbeeld ook digitale prentenboeken bekijken). En dat de bibliotheek ook boeken in andere talen uitleent.”
Tot slot: wat vind je ervan dat er door een project als Rijke Schooldag voor kinderen nu meer activiteiten rondom lezen worden georganiseerd?
“Heel belangrijk en eerlijk gezegd blijf ik me verbazen dat dit soort rijke activiteiten niet (altijd) een vast onderdeel zijn binnen het (naschoolse) onderwijs. Scholen en bibliotheken doen hun best om met subsidiegeld activiteiten aan te bieden die als ‘extra’ worden gezien en die meteen weer moeten worden wegbezuinigd als de potjes leeg zijn.
Cultuur – waaronder ook lezen – en sport zijn zó belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Doordat dit nog te vaak geen wezenlijk onderdeel is binnen het onderwijs en het belang ervan vaak (nog) niet wordt erkend, neemt de kansenongelijkheid toe. Projecten als Rijke Schooldag zijn heel belangrijk om dit te compenseren. Dit is overigens geen verwijt aan het adres van het onderwijs. Er wordt veel van hen verwacht, óók op het gebied van lezen en cultuur, maar met beperkte middelen en beperkte tijd.”
